|
|
|||
|
|
Techniek Renault 16 TS 1968 WIELOPHANGING De dwarsliggende torsiestaven aan de achterzijde zijn omsloten door stalen buizen waaraan wielarmen van het kokerbalktype zijn gelast. Deze dwarsbuizen vormen dus de scharnierpunten voor de achterwielophanging en zijn aan de einden gelagerd door rubberbussen. Aan de wielzijde zijn deze bussen bijzonder zacht hier weer enige axiale beweging wordt toegestaan. Daar de torsiestaven achter elkaar staan opgesteld is de wielbasis aan de linker- en rechterzijde van de wagen verschillend. De stabilisatorstang bestrijdt de rolneiging van de wagen, maar heeft nog een secundaire taak die verband houdt met de remmen.
|